Het Schrijven

Het Twijfelgebied

Wat als fantasie en werkelijkheid naast elkaar lopen en de fantasie het overneemt?

Zo op het eerste gezicht is het Twijfelgebied een fantasierijk verhaal, rauw en geestig tegelijk.

In het boek lopen twee verhaallijnen naast elkaar die uiteindelijk in het laatste hoofdstukken samenvloeien.

In het ene verhaal is de hoofdpersoon een vrouw, Suzanne, van 61 jaar. Op basis van de keuzes die ze maakte in het verleden is de beginsituatie van het verhaal ontstaan. Ze woont in een caravan met een troosthond en is alles kwijt, haar huis, huwelijk, werk. Ze is vastgelopen, somber en ziet geen perspectieven. De gesprekken bij een therapeut lopen op niets uit. Suzanne kan niet praten over haar verleden. Ze weet niet beter dan dat je ouwe koeien je in de sloot moet laten. De therapeut adviseert een lichaamsgerichte cursus in Frankrijk. Per ongeluk zegt ze ja. Ze koopt een interactief navigatiesysteem en creëert via de computer de voor haar perfecte reisgenoot, Frank. Hij ontpopt zich onderweg als een intelligente, gevoelige personage.

Zodra ze met haar auto het parkeerterrein afrijdt, komt het verhaal in beweging. In de veiligheid van de (auto) ruimte vertelt ze de navigator, Frank (die achter een scherm in het kastje op de voorruit zit geplakt) over haar verleden, verpakt in sprookjes.
Tijdens de reis wordt Suzanne steeds duidelijker in beeld gebracht, hoe zij omgaat met relaties, vriendschappen en tegenslagen. Haar benauwdheid in kleine ruimtes, (zoals het toilet) en haar de manier waarop ze zichzelf staande houdt door steeds weer tot acht te tellen. Ze verdwalen, er is een confrontatie met motorrijders en uiteindelijk komen ze in een spookdorp terecht. Haar fantasie neemt de werkelijkheid langzaam over.

Het dorpsplein, een toren, een museum voor oude kostuums, niets is wat het lijkt. In de toren op de trap naar boven ziet Suzanne als in een film allerlei beelden. ( flarden uit de sprookjes die ze Frank vertelde) uit haar verleden. Aangekomen op de zolder slaat haar fantasie op hol en wordt ze geconfronteerd met haar verleden. Als in trance ziet ze visachtigen een macabere dans opvoeren tot ze tussen de kieren van de vloer verdwijnen. Ze wil ontsnappen aan de beelden, maar haar fantasie neemt de regie over. Ze ziet de vloer omhoog komen, kasten vallen en ze wordt tegen het plafond gedrukt. Ze ziet zichzelf beneden op de zoldervloer liggen. Het van bovenaf naar zichzelf kijken geeft haar de kans om vanuit een ander perspectief naar zichzelf te kijken en daardoor haar verleden accepteren. De volgende dag begint er een nieuw hoofdstuk in het leven van Suzanne.

In het tweede verhaal spelen Kip en Poes de hoofdrollen. Zij vertegenwoordigen onbewuste verlangens van Suzanne. Kip zoekt het echte leven, ze wil ergens bij horen, thuis, liefde. Poes wil avontuur, de hort op gaan, sjansen en rotzooien. Ze achtervolgen Suzanne omdat ze gezien en gehoord willen worden door haar.

Neel.